élégiaque
Frans fin de siècle. Minder roemrijk, doch extra verfijnd. Harmonisch avontuurlijk, vormelijk elegisch.
Of was het nu harmonisch elegisch, vormelijk avontuurlijk?
Gabriel Faure, Trio d-moll op.120
Vincent d'Indy, Trio B-dur op. 29
Die Nacht, eine Klarheit
Fascinerend hoe de kunstenaar erin slaagt vanuit de donkere realiteit van het eigen bestaan schoonheid, ja zelfs vrolijkheid te creëren. Clara Schumann componeerde haar trio omgeven door de duisternis van een zieke man, het verdriet om een verloren kind. Een trio in sol klein, toonaard van melancholie maar ook van innige opgewektheid.
Hölderlin legt in zijn Nachtgesänge de basis voor het verenigen van tegengestelden, in een zoektocht om doorheen veelheid tot eenheid te komen. Een eeuw voor het fin de siècle verwoordt hij als geen ander de romantische geste.
Ontsnappen aan de reddeloosheid van de dag door het streven naar krachtige vorm in monumentale werken. Klinkt hierin niet ook de late Brahms?
De nacht, brenger van duisternis of net klaarheid? In ieder geval, inspiratiebron voor velen. Met een krachtig gebaar spant Daan Janssens een boog doorheen de divergentie van de nacht. Magistraal kamermuzikaal.
Johannes Brahms, Trio a-moll, op. 114
Daan Janssens, Notturno
Clara Schumann/bODEM, Trio g-moll, op. 17
Attacca – im Paradies wird alles gut
“Im Paradies wird alles gut!” Zingt Florestan in onze hoofden bij het spelen van het koortsachtige coda van Schumanns Fantasiestücke. Slechts acht minuten muziek... Attacca... niet aflatende herhalingen... een uitputtingsslag ohnegleichen.
Attacca - in de partituur bijna terloops rechtsonder elk deeltje - thematiseert onze zoektocht naar het houden van de spanningsboog doorheen monumentaal opgevatte repertoirestukken enerzijds en het concertgebeuren anderzijds. Als uitvoerder én toehoorder wil je zo lang mogelijk dat fragile venster naar die andere wereld openhouden. Het einde van een concert en de terugkeer naar de realiteit, komt zo vaak te vroeg. Wird im Paradies alles gut?
Zemlinsky’s diepe volle harmonieën, eindeloos smachtende zinnen en ravissante modulaties culmineren tot quasi ondraaglijke hoogten. Mit Schwung und Wärme, dixit Zemlinsky! Naast de exuburante Florestan klinkt in het Adagio uit de Sechs Studien in kanonischer Form ook de contemplatieve Eusebius. Omkaderd, ondersteund, geïsoleerd door korte stukken van Donatoni en nieuw werk van Daan Janssens klinkt de muziek in één onophoudelijke roes. Kortom, kamermuziek onder hoogspanning. Attacca!
Franco Donatoni, Elly
Robert Schumann, Fantasiestücke op. 73/Revisited
Daan Jansens, Notturno
Alexander von Zemlinsky, Trio d-moll op. 3
Schumann/Kirchner/bODEM, Adagio, uit 6 Studien in kanonischer Form
NAcht/LIcht
Nachtstück - een stuk dat onverwijld doet denken aan de Nachtstücke van ETA Hoffmann - zet de duistere toon van de nacht. Frenetiek klinkt een muziekdoos.
Het Notturno van Daan Janssens vormt een brug tussen twee werelden: de ijzing duisternis van Widmann (ETA Hoffmann) en Schönbergs (Richard Dehmel) warme ontluikende boodschap van licht die de nacht in zich bergt.
Jörg Widmann, Nachtstück
Daan Janssens, Notturno
Schönberg/Janssens, Verklärte Nacht
Serre Chaude
Voor deze gelegenheid een échte Brahms… een zeer late Brahms, een geraffineerde Brahms: hoogstaand kamermuzikaal, doorleefd, transparant, diep ontroerend, prachtig in haar vorm en dankbaar voor elk instrument. Eveneens op het programma, uiterst vroeg werk van Zemlinsky. Diepe volle harmonieën, eindeloos smachtende zinnen en ravissante modulaties laten het ensemble op haar absolute maximum klinken. Mit Schwung und Wärme, dixit Zemlinsky! Monumentale werken, gedragen en uitvergroot, door gebalde miniaturen.
Alexander von Zemlinsky, Trio d-moll op. 3
Anton Webern ,op. 11
Alban Berg, op. 5
Johannes Brahms, Trio a-moll op. 114
Lerchenmusik
De volle 40 minuten contemplatieve heftigheid! Beethoven lijkt nooit ver weg.
Henryk Górecki, Lerchenmusik op.53